K0210 Internationaal 1



INHOUD

Klik op de tegel om naar de aparte pagina met de inhoud van het onderwijs te gaan. 

ALGEMEEN

Inleiding

Je komt als sociaal werker in aanraking met heel veel verschillende mensen. Verschillende culturen, verschillende economische lagen van de bevolking, verschillende geaardheden en/of seksuele voorkeuren, verschillende leeftijdscategorieën, verschillende (levens) overtuigingen. In leerjaar 1 heb je de basis gelegd met de cursus "internationalisation@home". Dit is een vervolg. Het keuzedeel gaat over werken in een interculturele context.

Hoofdlijnen

Het keuzedeel Internationaal 1: overbruggen (interculturele) diversiteit richt zich op jouw individuele ontwikkeling van de beginnend beroepsbeoefenaar. Dit keuzedeel heeft betrekking op het effectiever omgaan met culturele diversiteit tussen mensen aan de hand van het inzetten van interculturele sensitiviteit, interculturele communicatie en het tonen van betrokkenheid. Er zijn twee hoofdlijnen:

  1. Zet interculturele sensitiviteit in.
  2. Verbindt mensen met verschillende culturele achtergronden.

Nut van dit keuzedeel

Als beginnend beroepsbeoefenaar heb je een eigen referentiekader (bril waardoor jij de wereld bekijkt). Je gaat graven in jouw eigen cultuur. Wat is de invloed daarvan op hoe jij in de wereld staat en hoe je communiceert met anderen? Wat zijn overeenkomsten en wat zijn verschillen tussen jouw cultuur en andere culturen? Als SW-er moet je cultureel sensitief zijn. Je leert in dit keuzedeel hoe jij je verplaatst in anderen, hoe je je aanpast aan de ander om doelen te kunnen halen en om verschillen tussen de een en de ander een passende plek te geven in jullie contact. Ook leer je hoe je mensen met verschillende (culturele) achtergronden met elkaar kunt verbinden. 

TOETSING

Bij dit keuzedeel zit formatieve toetsing, daarmee brengen we in beeld wat jouw groei is richting het examen. Hoe dit er precies uitziet hoor je van de docent. 

DOELEN

Je werkt aan je eigen vaardigheden om (interculturele)diversiteit te overbruggen. Kerntaak 1 gaat over inzetten van interculturele sensitiviteit, kerntaak 2 gaat over het verbinden van mensen met verschillende culturele achtergronden. 

D1 K1 W1 Onderzoekt eigen en andere culturen en legt verbindingen

  • Je onderzoekt je eigen referentiekader.
  • je brengt in kaar wat jouw eigen cultuur kenmerkt en wat dit betekent voor jouw handelen.
  • je onderzoekt verschillen en overeenkomsten tussen jouw cultuur en de andere cultuur.
  • Je verklaart verschillen.
  • je toont je bewust van je eigen cultuur in de invloed op jouw doen en laten.
  • je verzamelt info over kenmerken van diverse culturen.
  • je spreekt zonder waardeoordeel en betrekt kennis van culturele verschillen bij je oordeelsvormig .

D1K1W2 Zet eigen culturele sensitiviteit in

  • je laat zien in contactmomenten oog te hebben voor de invloed van verschillende culturele achtergronden.
  • je stelt aan de ander vragen over culturele drijfveren en bekijkt de wereld door de bril van de ander.
  • je toont inzicht in je eigen culturele sensitiviteit.
  • je toont inzicht in gedrag van jezelf en dat van de ander.
  • je toont een open houding in het benaderen van de andere met zijn/haar cultuur.
  • Je oordeelt niet, laat zien hoe je de ander probeert te begrijpen.

D1 K2 W1 legt, onderhoudt en bouwt interculturele contacten uit:

  • Je leert hoe jij je aanpast aan situaties.
  • je vergroot je beroepsvaardigheden m.b.t. contacten met anderen en zet interculturele diversiteit in.
  • Je gebruikt verschillende communicatiestijlen.
  • Je zet feedbackregels in in een internationale context.
  • je herkent cultuurelementen in interactie.
  • je gebruikt verbale en non-verbale communicatie op een passende manier binnen een internationale context.
  • je gaat om met verschillen in gesprekssituaties.
  • je benoemt eigen gedrag en dat van anderen.
  • Je herkent de impact van intercultureel gedrag en reageert daar passend op. 

D1 K2 W2 Maakt gebruik van interculturele samenwerkingsverbanden

  • je onderneemt activiteiten om mensen te verbinden.
  • je hebt ook voor verschillen.
  • Je onderzoekt knelpunten in samenwerking en lost dit op.
  • je speelt in op interculturele verschillen.

LEERMIDDELEN

  • Het kwalificatiedossier van het keuzedeel.
  • Leermiddelen die door de docent worde aangegeven.

KWALIFICATIEDOSSIER

In het kwalificatiedossier kun je  nalezen aan welke eisen je moet voldoen.

Naar boven
/var/www/bib-sociaal-werk-davinci.learningmatters.nl